“Vanuit mijn enthousiasme over nik-nak heb ik zomaar eens een blog geschreven. Om op de site te gebruiken of om gewoon eens door te lezen. Hartelijke groet, logopediste Lotte Endendijk”
Nik-Nak in de praktijk
Bij ons op het werk, een logopediepraktijk, ligt er een Nik-Nakboekje naast me klaar om aan de ouders te laten zien. Het Turks-Nederlandse boekje gaat over fruit. Als ik het boekje pak, zie ik verraste gezichten. Maar ook enthousiasme, en dan: het tevoorschijn halen van de telefoon om de titel te noteren of een foto te nemen.
Woorden en zinnen in je eigen taal zien, dat doet je iets, denk ik. Jouw taal die je doorgaans niet vaak in het dagelijkse leven tegenkomt, buiten je thuis. Het geeft een vertrouwd gevoel, iets dat dichtbij ligt. Bovendien zijn de Nik-Nakboekjes in het doolhof van adviezen en taaloefeningen gewoon heel praktisch, als je het Nederlands nog niet zo machtig bent. De drempel om met taal aan de slag te gaan, wordt zo wat lager.
"Nik-Nakboekjes zijn in het doolhof van adviezen en taaloefeningen, gewoon heel praktisch"
Ik laat een Pools Nederlands Nik-Nakje aan een jongen van zes zien. Zijn ouders komen uit Polen. Pas na eventjes herkent hij de woorden in zijn moedertaal, eerst beduusd daarna gniffelend om de grappige kip en slang in het verhaaltje. Als ik het boekje aan zijn moeder toon, vertelt ze me dat hij nog niet in het Pools kan lezen. Hij weet niet hoe hij sommige klanken moet uitspreken. Ze lacht: ‘hij gebruikt de Nederlandse g. Maar wat niet is, kan nog komen’, zegt ze. ‘Waar kan ik het bestellen?’